‘En hoe is het nu?’ Vraagt de mevrouw van het wijkteam. Opgelucht kan ik zeggen dat het naar omstandigheden goed gaat. Manlief is stabiel, werkt aan zichzelf en krijgt binnenkort specialistische hulp. Het heeft wat voeten in de aarde gehad, heel wat telefoontjes, mailtjes en een zoektocht later hebben we de juiste instantie gevonden. Nu is het wachten op de intake en dan kan hij gaan starten.
Het is fijn dat hij het ook wil aangaan, ziet dat hij hulp nodig heeft om verder te komen.
Hij wilde zelfs dat ik zijn verhaal en de gebeurtenissen van de afgelopen tijd in een column verwerkte. ‘De wereld mag best weten hoe het gesteld is met de geestelijke gezondheidszorg in Nederland en hoe ik mijn jeugd beleeft, heb’.
‘En zo schreef ik een column over hoe hij zijn jeugd en relatie met zijn ouders beleefd heeft. Wat hij ervan vindt, zijn moeilijkheden en de afgelopen maanden’.
‘Wat goed’, klinkt het aan de andere kant van de lijn. ‘Jullie zijn echt een team’. En ja, dat klopt. Sjoerd en ik zijn een team, we hebben al zoveel overwonnen en voor zoveel uitdagingen gestaan. Hoe moeilijk het leven soms is en hoe vervelend sommige momenten kunnen zijn, wij gaan door.
En daar komt niemand tussen.
Luctor et Emergo, ‘ik worstel en kom boven’. Het is een spreuk dat onder het Zeeuwse wapen staat, waarbij een leeuw worstelt met de golven. Als kind leerde ik deze spreuk op de basisschool en het maakte zoveel indruk op me. Omdat het voor mij, alles omvattend was. Natuurlijk ging de les over de watersnoodramp en het eeuwige gevecht tegen het opkomende water. Ik ‘hing’ aan de lippen van mijn leerkracht, die vertelde over deze Latijnse spreuk. Een spreuk die toen al op mijn lijf geschreven was. Ik voelde me als die leeuw, al worstelend met de golven die het leven me toe wierp. Tijdens mijn leven leerde ik dat ik de golven die het leven me toewerpt, op verschillende manieren kan ‘bevechten’. Soms liet ik me meevoeren en brachten de golven me daar, waar ik komen moest. Of zwom ik tegen de stroom in, een andere manier was watertrappelen om mijn hoofd boven het water te houden. Soms stond het water aan mijn lippen en herinnerde ik me dat ik kan zwemmen. Zo vond ik elke keer weer een manier om met de golven van het leven om te gaan. En op een gegeven moment was ik niet meer alleen. Daar stonden Sjoerd en ik, samen in de branding. Hand in hand.
De zon stond hoog aan de hemel, een kalme zee met kabbelende golven. Een en al rust om ons heen. We wisselden ons net gekochte zilveren ringen aan elkaar uit. We verklaarden elkaar om samen het leven in te gaan. Samen het leven aan te gaan en we trouwden op onze eigen manier, samen zonder iemand erbij. Ver weg van alles en iedereen, in de zee van Gambia. Het was ons moment, helemaal van ons. Zo intens, puur en verbonden zijn met elkaar. Die herinnering is goud waard, dat moment wisten we allebei dat hoe wild, hoog en verwoestend de golven van de zee in ons leven zouden komen, hoe sterk we samen zouden zijn. Dat we sterk waren hadden we al kunnen proeven toen ik met een dubbele longontsteking op het randje van de dood balanceerde. Maar kort na ons huwelijk in Gambia werd het weer op de proef gesteld en kreeg Sjoerd kanker. En de jaren die volgden lieten ons watertrappelen, met de stroom mee zwemmen, drijven, worstelen, tegen de stroom in zwemmen, soms moesten we in het diepe duiken en afgelopen maanden was ik als een watertrappelende reddingsboei. Tegen de stroom in, Sjoerd stimuleren om te duiken, boven te komen en te blijven zwemmen. En met de ongelofelijke kracht en doorzettingsvermogen dook hij en kwam hij boven om te blijven zwemmen. Ik heb diep respect voor Sjoerd, voor zijn innerlijke kracht. En de strijd is nog niet over, nu komt het gedeelte van het fundament bouwen zodat we samen straks kunnen drijven op de golven. In plaats van te moeten strijden, de kracht en de energie van de oceaan voor ons te laten werken. Dat we kunnen surfen, zeilen en zo van de golven te kunnen genieten. De zon in ons gezicht voelen en weten dat wat er ook gebeurt, we er samen sterker uitkomen. Want Luctor et Emergo gaat niet alleen over de worsteling, het gaat ook over het bovenkomen. Want als je boven water komt, laat je wat geweest is achter je en kan je weer ademhalen. Je bent een ervaring rijker en mocht er een volgende golf komen? Dan heb je geleerd dat je het aankan. Dat je het niet alleen hoeft te doen en er mensen zijn die naast je zwemmen, je aanmoedigen en je liefhebben.