De wereld staat in de fik!

‘Het is crisis, overal in de wereld gebeurt wel iets. Oorlog, aardbevingen, vulkaanuitbarstingen en de nasleep van de corona. Echt, de wereld staat in de fik’. Mijn man somt alle ellende nog eens op, hij lijkt wel gefixeerd op alles wat misgaat. ‘Alles wordt duurder, prijsplafond alsof dat gaat helpen’, hij trekt een grimas. ‘Waarom doen we het allemaal nog? Wat is het nut? Kijk nu eens om je heen, het toch allemaal doffe ellende?’
Ergens heeft hij gelijk, er is zoveel ellende, we worden bijna overspoeld door ellende. Zijn visie is gefocust op wat er fout gaat, op wat voor pijn er is. Hij lijkt niet meer te kunnen nuanceren.
Zijn spanning neemt toe en zijn ogen staan scherp. Mijn hoofd draait overuren, hoe kan ik hem uit deze spiraal halen? Ondertussen gaat hij door. ‘Kijk nu eens waar we inzitten, al die trauma’s, jouw verleden, mijn verleden. Echt hoe kan dit? Wij zijn echt gedoemd te mislukken. We mogen gewoon niet gelukkig zijn. Jouw vertrouwen in mij is weg, wat is er dan nog van onze relatie over? We kunnen er maar beter mee stoppen. Ik ben waardeloos, ik ben alleen maar goed in werken. Wat voor vader ben ik? Ik heb toch ook geen voorbeeld gehad. Mijn moeder schopte me de deur uit en zei dat ze me nooit meer wilde zien. Om vervolgens via een omweg bij mijn vader te komen en hetzelfde te horen. Zij wilden me gewoon niet.’
Mijn hart breekt weer in duizend stukjes, ik kijk naar mijn beschadigde man. Naar mijn man die nooit gekoesterd is, nooit de onvoorwaardelijke liefde van zijn ouders heeft gevoeld. Hij was nooit goed genoeg. Als ik mijn schoonmoeder sprak was er altijd iets wat hij niet goed deed. Of ik was fout of hij. Verdeel-en-heers mentaliteit. Ze vertelde hem altijd wat hij anders moest doen, wat er niet goed aan hem was. Altijd maar manipuleren, grenzen overschrijden bij hem, bij de kinderen en bij mij. Ze wist altijd alles beter, had de ‘waarheid’ in pacht. Zij heeft mijn man het laatste duwtje richting zijn crisis gegeven. En dat zal ik haar nooit vergeven, net als ik haar nooit vergeef mijn man als kind zo verwaarloost te hebben. In plaats van te kijken en te onderzoeken waar hij als kind problemen mee had, zette ze hem de deur uit op het moment dat het moeilijk was. Koos ze voor haar nieuwe relatie en kreeg een misplaatste loyaliteit naar zijn volwassen kinderen. Want daar moest en zou ze de bevestiging van hebben.
Toen mijn man kanker had, herstellende was van zijn operatie zei ze doodleuk,’ tja die kanker heb je over jezelf afgeroepen’. Dat zegt toch alles? Hoe kan je als mens, als moeder, zoiets zeggen?
En nu zit mijn man in crisis en is zijn kindertijd als een tsunami naar boven gekomen. Mijn oren klapperen van zijn ervaringen. Alles had hij zo diep weggestopt om er nooit meer naar te kijken. En ik snap dat!
‘Zo’n moeder als jij bent, dat doet zeer. Jij blijft warm naar de kinderen, ook als ze iets fout doen. Jij wijst ze niet af, wel het gedrag, maar niet als mens. Als ik dat zie dan zie ik hoe een ouder moet zijn en ik ben bang dat ik dat niet kan.’
Mijn man heeft de tranen in zijn ogen staan.
Ik knik geruststellend, ‘lief, jij bent al zo’n vader. Je bent liefhebbend, warm en dat zit in jou. Daar heb je geen voorbeeld voor nodig, want dat is wie jij bent.’
Een traan rolt over zijn wang, gevuld met onmacht, verdriet en onzekerheid. ‘Laat het eruit, lief. Het mag er zijn, jij mag er zijn.’
Twee dagen geleden zat hij voor de tweede keer in een enorme crisis. Nu zat er ook veel boosheid vermengt met een hoop onmacht. Hij belde zelf met de crisisdienst, die vertelde hem dat hij eerst de huisartsenpost moest bellen. Hij voelde zich afgewezen en de paniek nam toe, hij belde toen met de huisartsenpost. ‘Help me! Ik kan niet meer, ik weet niet wat ik moet. Het gaat niet goed en ik heb de crisisdienst nodig, help me!’
 ‘Wat wilt u dat wij er aan doen meneer’, vroeg de stem aan de andere kant. ‘U klinkt erg boos, zorg eerst maar dat u rustig bent en er werd opgehangen’. Zijn telefoon vloog door de woonkamer gevolgd door gevloek en getier.
‘Lieverd, ik bel wel met de andere crisisdienst, die zullen je helpen’, probeer bemoedigend en geruststellend te zeggen. Maar niet is minder waar, die crisisdienst vertelt me dat ze niet in de buurt zitten en toch niets kunnen doen vanuit daar. ‘Zo te horen is meneer boos, misschien is het beter dat u de politie belt want ik vraag me af of u veilig bent.’ Nu ben ik het die abrupt het gesprek beëindig. Vol ongeloof staar ik nog naar mijn telefoon. Mijn lief staat briesend voor me. ‘Zelfs de hulpinstanties laten me in de steek’, roept hij snikkend. ‘Ik niet lieverd, ik ben er en we doen het samen. Wij kunnen dit, kom op!’ Mijn man ploft op de bank en ik zie zijn onmetelijke verdriet. Hij roept van alles en tussendoor snikt hij. ‘Lief we zijn op onszelf aangewezen en je bent in crisis. Nu gaan we je eruit krijgen.’ Ik ga naast hem zitten, trek hem naar me toe en troost hem zoals ik bij onze kinderen ook doe. ‘Kom maar lief, laat het er maar uit, huil maar’. 
Het voelt alsof we uren zo gezeten hebben tot hij weer rustig is. Ik stel voor om de volgende dag samen een crisissignaleringsplan te maken, zodat we een eventuele volgende crisis kunnen voorkomen. Samen stippelen we een weg uit om uit dit dal te komen. Want als je op hulpinstanties moet wachten? Dan zouden we nog aan het wachten zijn. De instantie waar mijn man de intake had, daar zijn we het vertrouwen in kwijt geraakt. Dat hebben we ook aangegeven en zijn dossier daar laten sluiten. Nee, geen excuses of uitleg. ‘Meneer wanneer u in crisis bent belt u ons op, zegt u rustig dat u in crisis bent en dan vraagt u, kunt u mij alstublieft helpen?’ Verbouwereerd blijven wij achter.
Onze huisarts geeft ook toe dat de geestelijke gezondheidszorg in Nederland ontoereikend is en ronduit slecht georganiseerd is. Dat er steeds meer mensen in crisis belanden en aan hun lot worden overgelaten. Ook zij weet niet meer welke instantie te benaderen als er een patiënt in crisis is.
Hoe kan het toch? Dat zo’n welvarend land als het onze zo beroert en slecht is in de zorg voor haar bevolking? De geestelijke gezondheidszorg krijgt maar een klein percentage van het geld dat de gezondheidszorg van de overheid krijgt. Het is het ondergeschoven kindje in de zorg. Personeelstekorten, hoge werkdruk, het sluiten van instanties en de lage lonen werken een geestelijke gezondheidscrisis letterlijk in de hand. Er is gemiddeld genomen een wachttijd van 13 weken voordat iemand hulp kan krijgen. Dan is het nog uitzoeken welke hulp nodig is en beschikbaar is. Daarbij komt ook nog bij dat als iemand een complexe stoornis heeft, bijv. een depressie in combinatie met trauma of kampt met een persoonlijkheidsstoornis en verslaving, dat iemand in Nederland niet geholpen kan worden. Die mensen vallen letterlijk tussen ‘wal en schip’. Waarom? De moeilijkheidsgraad ligt te hoog, de complexiteit vergt een specialistische aanpak die wij bijna niet in Nederland hebben. Een uitzondering daar gelaten.
Huisartsen zien steeds meer mensen met geestelijke gezondheidsproblemen in hun spreekkamer. Een dergelijke verwijzing naar een hulpinstantie betekent in veel gevallen dat mensen weer terug in de spreekkamer komen omdat ze niet geholpen kunnen worden. Die patiënten, bezoeken de huisarts vaker, kosten gemiddeld meer tijd en ook daardoor wordt ook hun werkdruk hoger. Vrijgevestigde psychiaters houden vaak de boot af, want zorgverzekeringen vergoeden vaak niet de kosten of maar een klein deel van de kosten. Het blijft een kastje naar de muur verwijzen, pappen en nat houden. De zorg in Nederland heeft het zwaar te verduren gehad en nog!

Advertentie

Gepubliceerd door Meryl

Wie kan er nu beter iets over mij zeggen dan mijn vriendinnen. Carolien: 'Meryl is iemand die elke gelegenheid die voor iemand belangrijk is, onthoudt en ook feestelijk weet te eren. Elk positief moment wordt gevierd. Meryl ziet iedereen in zijn eigen waarde. De mensen waarvan ik hoogstwaarschijnlijk geen notie neem, ziet zij wel. Ze spreekt ze aan, maakt een praatje en verspreidt daarmee positiviteit. In vriendschap met Meryl is er niets wat onbesproken blijft, bijzonder hoe dat kan. Ze is moedig en dapper, ze durft 'outside the box' te denken en te doen. Meryl volgt altijd haar gevoel!' Anne: 'Ik word geïnspireerd door jou, zonder dat je het weet. Gewoon omdat je bent wie je bent. Yvonne: 'één van de eerste dingen die mij opvielen vanaf de eerste kennismaking met Meryl. Was de enorme kracht en levenslust die ze uitstraalde en nog steeds doet. Hoe moeilijk of zwaar dingen ook zijn, Meryl ziet altijd weer mogelijkheden. En dan die humor die er altijd weer is, zelfspot op zijn tijd. Meryl is een echte mensen-mens, er is voor iedereen aandacht. Haar levenslust is een voorbeeld voor veel mensen, alsook voor mij'. En tot slot mijn zus Ezra: Ik ken Meryl al mijn hele leven, ze is mijn 'kleine zusje'. En ik had me geen betere zus kunnen wensen. Meryl is uitgegroeid tot een sterke mooie vrouw. Ik heb veel respect voor haar voor hoe zij in het leven staat. Hoe ze zich door alle hindernissen op haar pad heen worstelt. Ze heeft niets in het leven cadeau gekregen en weet altijd weer op te krabbelen als het tegen zit. Ze gaat altijd door. Meryl is betrokken bij alle mensen om haar heen. Ze heeft oog voor iedereen en staat voor iedereen klaar. Niets is haar te gek.'

Eén opmerking over 'De wereld staat in de fik!'

  1. Tja een heel verhaal, helemaal zo achterelkaar genoemd! Gelukkig kan je nu een verhaal schrijven hoe goed en knap jullie je er uit gevochten hebben!

    Verstuurd vanaf mijn iPhone

    >

    Like

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

%d bloggers liken dit: